Lagen worden samengesteld in de volgorde die is opgegeven met de opdracht layer=, waarbij hoger genummerde lagen lager genummerde lagen verbergen.
Laag 0 vormt de achtergrondlaag, die altijd wordt vereist en die de grootte van het samengestelde beeld bepaalt. Alle laagtypen zijn toegestaan voor laag 0. De grootte van laag 0 moet worden bepaald, of uitdrukkelijk gebruikend size=
of impliciet, gebaseerd op de inhoudsafbeelding of tekst. Gebieden van andere lagen die buiten het gebied van laag 0 vallen, worden niet opgenomen in de uitvoerafbeelding.
Nadat alle lagen zijn samengevoegd, wordt de samengestelde afbeelding omgezet in de uiteindelijke reactieafbeelding, zoals opgegeven met de opdracht opdrachten en kenmerken weergeven.