Laagtransformaties layer-transforms

Transformaties worden toegepast op bronafbeeldingen en tekstlagen.

De volgende bewerkingen worden toegepast op bronafbeeldingen, in de gegeven volgorde, om de gewenste ruimtelijke relatie met laag 0 te bereiken:

  1. Pas crop= toe, indien opgegeven.
  2. Schaal op basis van size= of, als size= niet is opgegeven, op basis van scale= , of, als scale= niet is opgegeven, op basis van res= , of, als res= niet is opgegeven, de bronafbeelding met volledige resolutie gebruikt.
  3. Pas flip= toe, indien opgegeven.
  4. Pas rotate= toe, indien opgegeven.
  5. Pas extend= toe, indien opgegeven.
  6. Plaats de laag op het canvas op basis van origin= en pos= (zie onder).

De volgende transformaties worden toegepast op tekstlagen:

  1. De grootte van het tekstvak wordt bepaald door size= , of de breedte en hoogte van de tekst als size= geheel of gedeeltelijk wordt opgegeven. De tekst wordt binnen het tekstvak uitgelijnd met de tekstuitlijningskenmerken van de rtf. Tekst kan door het tekstvak worden bijgesneden.
  2. Schaal de tekstinhoud op basis van de resolutie die met textAttr= is opgegeven.
  3. Pas rotate= toe, indien opgegeven.
  4. Pas extend= toe, indien opgegeven.
  5. Plaats de laag op het canvas op basis van origin= en pos= (zie onder).

Voor zowel afbeeldings- als tekstlagen geldt de laatste stap waarbij de laag in het canvas wordt geplaatst, niet voor laag 0, aangezien laag 0 in feite het canvas vormt.

recommendation-more-help
a26166cd-f2f4-45ce-996d-96a0f0d6cf49