Adobe Workfront Planning modules

Elk Adobe Workfront Workflow-pakket en elk Adobe Workfront Automation and Integration-pakket

Workfront Ultimate

Workfront Prime en Select packages, met extra aanschaf van Workfront Fusion.

Standard

Werk of hoger

U moet het volgende hebben om tot de Planning van Workfront toegang te hebben:

• Een nieuw Workfront-pakket en -licentie. Workfront Planning is niet beschikbaar voor verouderde Workfront-pakketten of -licenties.
• Een Workfront-planningspakket.
• Het geval van Workfront van uw organisatie moet aan de Verenigde Ervaring van Adobe worden genegeerd.

Informatie over Adobe Workfront Planning API

De schakelaar van de Planning van Adobe Workfront gebruikt het volgende:

Verbinding maken met Adobe Workfront Planning create-a-connection-to-adobe-workfront-planning

U kunt rechtstreeks vanuit een Workfront Fusion-module verbinding maken met uw Workfront Planning -account.

1. Klik in een willekeurige Adobe Workfront Planning -module op Add naast het vak Verbinding.

2. Vul de volgende velden in:

   table 0-row-2 1-row-2 2-row-2 3-row-2 4-row-2 5-row-2 6-row-2 layout-auto html-authored no-header
   Connection name	Voer een naam in voor deze verbinding.
   Environment	Selecteer of u verbinding maakt met een productie- of niet-productieomgeving.
   Type	Geef op of u verbinding wilt maken met een serviceaccount of een persoonlijke account.
   Client ID (Optioneel)	Voer uw Adobe Client ID in. Dit vindt u in de sectie Credentials details van Adobe Developer Console .
   Client Secret (Optioneel)	Voer uw Adobe Client Secret in. Dit vindt u in de sectie Credentials details van Adobe Developer Console .
   Authentication URL	Voer de URL in die uw instantie van Workfront gebruikt om deze verbinding te verifiëren. De standaardwaarde is https://oauth.my.workfront.com/integrations/oauth2 .
   Host prefix	Voer het hostvoorvoegsel in. De standaardwaarde is origin- .

3. Klik op Continue om de verbinding op te slaan en terug te keren naar de module.

Adobe Workfront Planning modules en hun velden

Wanneer u Workfront-modules configureert, geeft Workfront Fusion de onderstaande velden weer. Daarnaast kunnen er aanvullende Workfront-velden worden weergegeven, afhankelijk van factoren zoals uw toegangsniveau in de app of service. Een bolde titel in een module wijst op een vereist gebied.

Als u de kaartknoop boven een gebied of een functie ziet, kunt u het gebruiken om variabelen en functies voor dat gebied te plaatsen. Voor meer informatie, zie ​ informatie van de Kaart van één module aan een andere ​.

• Triggers
• Handelingen
• Zoekopdrachten
• Niet gecategoriseerd

Triggers

Gebeurtenissen bekijken

Deze triggermodule start een scenario wanneer een record, recordtype of werkruimte wordt gemaakt, bijgewerkt of verwijderd in Workfront Planning.

Handelingen

• Een recordtype verwijderen
• Een aangepaste AI-aanroep maken

Een recordtype verwijderen

Deze actiemodule schrapt één enkel verslagtype in de Planning van Workfront door zijn identiteitskaart

Een aangepaste API-aanroep maken

Deze module maakt een aangepaste API-aanroep naar de Adobe Workfront Planning API.

Zoekopdrachten

Zoeken in records

Deze actiemodule wint een lijst van verslagen terug die op criteria worden gebaseerd u specificeert.

Niet gecategoriseerd

Een record maken

Met deze actie maakt u één record in Workfront Planning.

Een record verwijderen

Deze actiemodule schrapt het gespecificeerde verslag in de Planning van Workfront.

Een record ophalen

Deze actiemodule haalt één record op uit Adobe Workfront Planning , opgegeven door de id.

Records ophalen op recordtype

Deze actiemodule wint alle verslagen van het gespecificeerde type terug.

Recordtypen ophalen

Deze actiemodule haalt een lijst met recordtypen op in een Adobe Workfront Planning -account.

Record bijwerken

Deze actie werkt één enkel verslag in de Planning van Workfront bij.

JSONata gebruiken voor leesbare record-types uitsplitsing

De volgende uitdrukking JSONata leidt tot een leesbare output van de vraag van de Planning die u de verslag-types indeling geeft. Hierdoor worden de naam van het recordtype, de veldnamen en de namen van veldopties (indien van toepassing) voor de mens leesbaar met een naam en blijft de rest van de structuur intact.

(
    $s0 := ({"data":$ ~> | fields | {"options":(options){name:$}} |});
    $s1 := ({"data":$s0.data ~> | **.fields | {"options_name":(options.*){displayName:$}} | });
    $s2 := $s1 ~> | data | {"fields":(fields){displayName:$}} |;
    $s2.data{displayName:$}
)

Voor informatie bij het gebruiken van modules JSONata, zie ​ modules JSONata ​.