Google Cloud Storage-connector
Adobe Experience Platform biedt native connectiviteit voor cloudproviders zoals AWS, Google Cloud Platform en Azure , zodat u gegevens van deze systemen kunt overbrengen.
Met bronnen voor cloudopslag kunt u uw eigen gegevens overbrengen naar Platform zonder dat u deze hoeft te downloaden, opmaken of uploaden. De opgenomen gegevens kunnen als JSON of Parquet worden geformatteerd die met het Model van de Gegevens van de Ervaring (XDM), of in een afgebakend formaat volgzaam is. Elke stap van het proces is geïntegreerd in de bronwerkstroom. Met Platform kunt u gegevens uit Google Cloud Storage tot en met batches inbrengen.
IP adres lijst van gewenste personen
Een lijst van IP adressen moet aan een lijst van gewenste personen worden toegevoegd alvorens met bronschakelaars te werken. Het niet toevoegen van uw regio-specifieke IP adressen aan uw lijst van gewenste personen kan tot fouten of niet-prestaties leiden wanneer het gebruiken van bronnen. Zie de 🔗 pagina van de lijst van gewenste personen van het 0} IP adres {voor meer informatie.
Vereiste instellingen voor verbinding met uw Google Cloud Storage -account
Als u verbinding wilt maken met Platform, moet u eerst interoperabiliteit inschakelen voor uw Google Cloud Storage -account. Als u de instelling voor interoperabiliteit wilt openen, opent u Google Cloud Platform en selecteert u Settings in de optie Cloud Storage in het navigatievenster.
De pagina Settings wordt weergegeven. Hier vindt u informatie over uw Google project-id en informatie over uw Google Cloud Storage -account. Selecteer Interoperability in de bovenste koptekst voor toegang tot de instellingen voor interoperabiliteit.
De pagina Interoperability bevat informatie over verificatie, toegangstoetsen en het standaardproject dat aan uw serviceaccount is gekoppeld. Selecteer Create a Key for a Service Account om een nieuwe toegangs sleutel-id en een geheime toegangssleutel voor uw serviceaccount te genereren.
U kunt uw onlangs gegenereerde toegangs sleutel-id en geheime toegangssleutel gebruiken om uw Google Cloud Storage -account te verbinden met Platform.
Voor meer informatie, te lezen gelieve de gids over het creëren van en het beheren van de sleutels van de de dienstrekeningvan de Google Cloud documentatie.
Naamgevingsbeperkingen voor bestanden en mappen
Hieronder volgt een lijst met beperkingen waarmee u rekening moet houden wanneer u een naam geeft aan uw bestand of map voor cloudopslag.
- Namen van mappen en bestandscomponenten mogen niet langer zijn dan 255 tekens.
- De folder en de dossiernamen kunnen niet met een voorwaartse schuine streep (
/
) beëindigen. Indien beschikbaar wordt deze automatisch verwijderd. - De volgende gereserveerde URL-tekens moeten correct worden beschermd:
! ' ( ) ; @ & = + $ , % # [ ]
- De volgende tekens zijn niet toegestaan:
" \ / : | < > * ?
. - Ongeldige URL-padtekens niet toegestaan. Codepunten zoals
\uE000
zijn weliswaar geldig in NTFS-bestandsnamen, maar zijn geen geldige Unicode-tekens. Bovendien zijn sommige ASCII- of Unicode-tekens, zoals besturingstekens (0x00 tot 0x1F, \u0081, enz.), niet toegestaan. Voor regels die de koorden van Unicode in HTTP/1.1 bepalen zie RFC 2616, Sectie 2.2: BasisRegelsen RFC 3987. - De volgende bestandsnamen zijn niet toegestaan: LPT1, LPT2, LPT3, LPT4, LPT5, LPT6, LPT7, LPT8, LPT9, COM1, COM2, COM3, COM4, COM5, COM6, COM7, COM8, COM9, PRN, AUX, NUL, CON, CLOCK$, puntteken (.) en twee stippen ( …).
Verbinden Google Cloud Storage met platform
In de onderstaande documentatie vindt u informatie over het tot stand brengen van een verbinding tussen Google Cloud Storage en Platform via API's of de gebruikersinterface: