Azure Data Lake Storage Gen2-connector

Adobe Experience Platform biedt native connectiviteit voor cloudproviders zoals AWS, Google Cloud Platform, en Azure, zodat u uw gegevens van deze systemen kunt overbrengen.

Opslagbronnen in de cloud kunnen uw eigen gegevens in het Experience Platform plaatsen zonder dat u deze hoeft te downloaden, opmaken of uploaden. Ingebedde gegevens kunnen worden opgemaakt als XDM JSON, XDM Parquet, of afgebakend. Elke stap van het proces is geïntegreerd in het Bronwerkschema. Met Experience Platform kunt u gegevens van Azure Data Lake Storage Gen2 (ADLS Gen2) door partijen.

IP adres lijst van gewenste personen

Een lijst van IP adressen moet aan een lijst van gewenste personen worden toegevoegd alvorens met bronschakelaars te werken. Het niet toevoegen van uw regio-specifieke IP adressen aan uw lijst van gewenste personen kan tot fouten of niet-prestaties leiden wanneer het gebruiken van bronnen. Zie de IP adres lijst van gewenste personen voor meer informatie.

IMPORTANT
De Azure Data Lake Storage Gen2 de bron steunt geen connectiviteit van zelfde-gebied aan Experience Platform. Als uw Azure instantie het zelfde netwerkgebied zoals Experience Platform gebruikt, dan kan een verbinding aan de bronnen van het Experience Platform niet worden gevestigd. Gebruik niet de Azure East US 2, Azure West Europe en Azure Australia East regions bij het opzetten van uw Azure Data Lake Storage Gen2 bron. Momenteel wordt alleen connectiviteit tussen regio's ondersteund.

Naamgevingsbeperkingen voor bestanden en mappen

Hieronder volgt een lijst met beperkingen waarmee u rekening moet houden wanneer u een naam geeft aan uw bestand of map voor cloudopslag.

  • Namen van mappen en bestandscomponenten mogen niet langer zijn dan 255 tekens.
  • Directory- en bestandsnamen mogen niet eindigen met een slash (/). Indien beschikbaar wordt deze automatisch verwijderd.
  • De volgende gereserveerde URL-tekens moeten correct worden beschermd: ! ' ( ) ; @ & = + $ , % # [ ]
  • De volgende tekens zijn niet toegestaan: " \ / : | < > * ?.
  • Ongeldige URL-padtekens niet toegestaan. Codepunten zoals \uE000zijn, hoewel geldig in NTFS-bestandsnamen, geen geldige Unicode-tekens. Bovendien zijn sommige ASCII- of Unicode-tekens, zoals besturingstekens (0x00 tot 0x1F, \u0081, enz.), niet toegestaan. Voor regels die de koorden van Unicode in HTTP/1.1 bepalen zie RFC 2616, afdeling 2.2: Basisregels en RFC 3987.
  • De volgende bestandsnamen zijn niet toegestaan: LPT1, LPT2, LPT3, LPT4, LPT5, LPT6, LPT7, LPT8, LPT9, COM1, COM2, COM3, COM4, COM5, COM6, COM7, COM8, COM9, PRN, AUX, NUL, CON, CLOCK$, puntteken (.) en twee stippen ( …).

Verbinden Azure Data Lake Storage Gen2 naar Experience Platform

NOTE
De dienst die in het creëren van wordt gebruikt Azure Data Lake Storage Gen2 de rekening moet minstens Storage Blob Data Reader rol toegewezen uit toegangsbeheer (IAM)

In de onderstaande documentatie vindt u informatie over de verbinding Azure Data Lake Storage Gen2 Experience Platforms met API's of de gebruikersinterface:

API's gebruiken

UI gebruiken

recommendation-more-help
337b99bb-92fb-42ae-b6b7-c7042161d089