Aanbevolen werkwijzen voor afbeeldingsindeling (&fmt=)
- JPG of PNG zijn de beste keuze om afbeeldingen van goede kwaliteit en met beheerbare grootte en gewicht te leveren.
- Als er geen indelingsopdracht in de URL is opgegeven, wordt Dynamic Media Image Serving standaard ingesteld op JPG voor levering.
- JPG wordt met een verhouding van 10:1 gecomprimeerd en levert doorgaans kleinere afbeeldingsbestanden op. PNG wordt gecomprimeerd met een verhouding van ongeveer 2:1, behalve soms wanneer afbeeldingen een lege achtergrond bevatten. PNG-bestanden zijn doorgaans echter groter dan JPG-bestanden.
- JPG maakt gebruik van compressie met verlies. Dit betekent dat afbeeldingselementen (pixels) bij compressie verloren gaan. PNG daarentegen maakt gebruik van compressie zonder verlies.
- JPG comprimeert foto's vaak met een betere beeldkwaliteit dan synthetische afbeeldingen met scherpe randen en contrast.
- Als uw afbeeldingen transparantie bevatten, gebruikt u PNG omdat JPG geen transparantie ondersteunt.
Als beste manier voor afbeeldingsindeling begint u met de meest gebruikelijke instelling &fmt=JPG
.
Aanbevolen werkwijzen voor afbeeldingsgrootte
Het dynamisch verkleinen van de afbeeldingsgrootte is een van de meestvoorkomende taken die Dynamic Media Image Serving uitvoert. Hierbij moet u de grootte opgeven en eventueel opgeven in welke downsamplingmodus de afbeelding moet worden gedownsampled.
- Voor afbeeldingsgrootten is het gebruik van
&wid=<value>
en&hei=<value>
of alleen&hei=<value>
. Met deze parameters wordt de afbeeldingsbreedte automatisch ingesteld op basis van de hoogte-breedteverhouding. &resMode=<value>
regelt het algoritme dat wordt gebruikt voor downsampling. Beginnen met&resMode=sharp2
. Deze waarde biedt de beste afbeeldingskwaliteit. Tijdens het gebruik van de downsamplingwaarde=bilin
is sneller, leidt dit vaak tot aliasing van artefacten.
U kunt het beste de afbeeldingsgrootte op de beste manier aanpassen &wid=<value>&hei=<value>&resMode=sharp2
of &hei=<value>&resMode=sharp2