Een reactiesjabloon instellen voor afbeeldingssets

U kunt een van de drie vooraf ingestelde reactiesjablonen selecteren om tekst weer te geven in een deelvenster Info. Deze vooraf ingestelde reactiesjablonen bepalen hoe uw informatie wordt weergegeven in het deelvenster Info: hoeveel kolommen en rijen, tekengrootte, lettertype, enzovoort. U kunt een vooraf ingestelde reactiesjabloon selecteren of een eigen sjabloon maken.

Een reactiesjabloon instellen voor Afbeeldingssets:

  1. Dubbelklik op de afbeeldingsset zodat deze in de gedetailleerde weergave wordt geopend.

  2. Selecteren InfoPanel Setup.

  3. Voer een van de volgende handelingen uit in de vervolgkeuzelijst Antwoordsjabloon:

    • Als u de standaardreactie wilt gebruiken, selecteert u Default. De XML voor het sjabloonontwerp wordt grijs weergegeven in het tekstvak Gebruikerssjabloon.
    • Als u uw eigen reactiesjabloon wilt maken, selecteert u Custom. Typ de XML-definitie van de sjabloon in het tekstvak Gebruikerssjabloon. U kunt de standaardsjabloon die al in het tekstvak is gedefinieerd, gebruiken als basis voor uw eigen reactie.
  4. (Optioneel) Typ in het vak Standaardreactie de tekst die u wilt weergeven als er in Adobe Dynamic Media Classic een fout optreedt bij het ophalen van informatie voor een afbeeldingskaart. Als het systeem bijvoorbeeld een bedrijfsnaam en een naam van een afbeeldingsset ontvangt, maar geen rollover-id, wordt dit bericht voor de gebruiker weergegeven.

  5. In het de tekstgebied van TTL van de Reactie, ga het aantal uren in dat u wilt wachten alvorens de gegevens in cache te plaatsen.

    • Stel een lager getal in als de gegevens regelmatig worden bijgewerkt.
    • Stel een hoger getal in als de gegevens relatief stabiel zijn en niet regelmatig hoeven te worden bijgewerkt. De standaardwaarde is tien uur.
  6. Selecteren Upload om de inhoud van het deelvenster Info, gebaseerd op de waarde rollover_key, te uploaden naar s7info.

  7. Blader in het dialoogvenster S7Info uploaden naar het bestand dat u wilt gebruiken en selecteer vervolgens Upload.

    Ondersteunde bestandsindelingen zijn door tabs gescheiden bestanden met UTF-16-codering en CSV-bestanden met ASCII-codering. Voor CSV-bestanden moeten niet-ASCII-tekens worden gecodeerd als HTML.

  8. Selecteer in het deelvenster InfoPanel Setup de optie Publish.