Alinea-opmaak

De volgende opdrachten voor alineaopmaak worden ondersteund.

Opdracht

Beschrijving

Notities

\pard

Standaardalineaopmaak herstellen

textPs= alleen

\ql

Tekst links uitlijnen.

Standaard.

\qr

Tekst rechts uitlijnen.

\qc

Tekst horizontaal centreren.

\qj

Tekst horizontaal uitvullen.

textPs= alleen

\lastql

Lijn de laatste regel van een alinea links uit.

Standaard; textPs= alleen; genegeerd als \qj is niet actief.

\lastqr

Lijn de laatste regel van een uitgevulde alinea rechts uit.

textPs= alleen; genegeerd als \qj is niet actief.

\lastqc

De laatste regel van een uitgevulde alinea centreren.

textPs= alleen; genegeerd als \qj is niet actief.

\lastqj

De laatste regel van een uitgevulde alinea uitrekken (uitrekken).

textPs= alleen; genegeerd als \qj is niet actief.

\fi N

Eerste regel inspringen.

Twips; textPs= alleen.

\li N

Links inspringen.

Twips; textPs= alleen.

\ri N

Rechts inspringen.

Twips; textPs= alleen.

\sl N

Ruimte tussen regels.

0 (standaard) voor automatische regelafstand; positieve waarden om alleen waarde te gebruiken als deze groter is dan de standaardregelafstand; negatieve waarde om spatiëring te forceren.

\slmult N

Regelafstand meerdere markeringen.

Instellen op 0 (standaard) als \sl is in twips, naar 1 if \sl is in veelvouden van de standaardspatiëring.

\sb N

Extra ruimte voor alinea.

Twips; text= is \sb de eerste alinea van het tekstvak, textPs= niet.

\sa N

Extra ruimte na alinea.

Twips; text= is \sa op de laatste alinea van het tekstvak, textPs= niet.

Op deze pagina