In de URL of catalogus::Modifier bevelopeenvolging, begint een opeenvolging van de laagdefinitie met laag= bevel en eindigt met een andere layer= bevel, een effect= bevel, of het eind van URL.
Alle opdrachten in de reeks laagdefinities zijn gekoppeld aan de laag.
Met de opdracht layer=
geeft u een laagnummer op. Dit moet een geheel getal 0 of groter zijn. Alle opdrachten in laagdefinitiereeksen met hetzelfde laagnummer worden op dezelfde laag toegepast. Als dezelfde opdracht meerdere keren wordt uitgevoerd, heeft de laatste instantie voorrang.