Adobe Dynamic Media Classic biedt verschillende opdrachten voor het aanpassen van de weergave van een afbeelding. U kunt een afbeelding spiegelen, roteren, vervagen, de kleurbalans wijzigen en inkleuren. Wanneer u met deze opdrachten experimenteert, kunt u de effecten van de opdrachten op de afbeelding zien waarmee u werkt.
Zie ook Een alias voor een afbeelding maken.
Een afbeelding aanpassen:
Selecteer de rollover van de afbeelding Bewerken knop en kies Aanpassen of dubbelklik in het deelvenster Bladeren op de afbeelding zodat deze wordt geopend in Gedetailleerde weergave.
Selecteer een grootte en Voorinstelling voor afbeelding (onder in het venster).
Gebruik de opdrachten aan de rechterkant van het venster Editor aanpassen om de afbeelding aan te passen:
Voer een van de volgende handelingen uit wanneer u klaar bent met het aanpassen van de afbeelding:
Selecteren Save.
Als u het origineel van de afbeelding wilt vervangen, selecteert u Save As.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst de optie Replace original en selecteer vervolgens Save.
Als u de afbeelding wilt opslaan als een nieuwe master afbeelding, selecteert u Save As.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst de optie Save as new master.
In de Folder Name selecteert u de map waarin u de nieuwe primaire afbeelding wilt opslaan.
Selecteren Save.
De afbeelding opslaan als een andere weergave van de primaire afbeelding. u kunt een alias voor het tot stand brengen. Selecteren Save As.
In de Save As in de vervolgkeuzelijst selecteert u Save as another view of master.
In de Folder Name selecteert u de map waarin u de nieuwe primaire afbeelding wilt opslaan.
Selecteren Save.
Wanneer u een afbeelding hebt aangepast, kunt u deze opslaan als een andere weergave van de primaire afbeelding. Hiertoe kunt u een alias voor de afbeelding maken met de opdracht Save as additional view of master gebruiken.
Een alias voor een afbeelding maken: