Nadat u de benodigde variabelen in Adobe Analytics hebt gemaakt, deze aan Adobe Dynamic Media Classic-gebeurtenissen hebt gekoppeld en de benodigde implementatiestappen hebt uitgevoerd, kunt u de instellingen testen. U kunt testen en controleren of de gegevens worden vastgelegd in Adobe Analytics zelf. Als de opstelling hier werkt, dan zijn geen verdere stappen nodig. Ervan uitgaande dat u de bovenstaande stappen hebt uitgevoerd en uw Adobe Dynamic Media Classic-gebeurtenisgegevens aan een of meer variabelen voor aangepast verkeer hebt gekoppeld, volgt u deze workflow om uw gegevens in Adobe Analytics te testen.
U kunt als volgt de integratie testen door een Adobe Analytics-rapport te bekijken:
Start een Adobe Dynamic Media Classic-viewer van uw account, in het bijzonder een viewer die de gewenste metrische gegevens verzendt, en communiceer ermee om gebeurtenisgegevens te maken.
Als u bijvoorbeeld populaire alternatieve weergaven in een set afbeeldingen wilt meten, geeft u een voorbeeld van een set afbeeldingen weer en klikt u op de verschillende miniatuurafbeeldingen.
Ga in Adobe Analytics naar Custom Traffic > Custom Traffic 1-10 > [Naam van pop]en selecteert u de naam van de verkeersproxy in de menuopties.
Als u bijvoorbeeld toegang wilt krijgen tot de LoadAsset in de voorbeeldaccount is de juiste menukeuze: Custom Traffic > Custom Traffic 1-10 > LoadAsset. Als u meer dan tien aangepaste opdrachten hebt, ziet u ook andere menuopties.
Bekijk de kaart die door Adobe Analytics wordt geproduceerd. Deze grafiek is typisch enkel de gegevens voor één enkele metrisch. Als u ook wilt weten met welk element deze gegevens zijn gekoppeld, vraagt u de elementgegevens van deze gebeurtenis op. Het is bijvoorbeeld vaak handig om te weten welke video wordt bekeken naar slechts 50% of welke afbeelding in een set populair is.
Alle Adobe Dynamic Media Classic-viewergegevens worden weergegeven en gerapporteerd in Custom Traffic-rapporten of Custom Conversion-rapporten van Adobe Analytics.
Zie voor meer informatie Analytische Tutorials.